Op de Kleiner Berg bij Hohburg werden halverwege de 19e eeuw krassen ontdekt op het oppervlak van het kwartsporfier, waarvan werd aangenomen dat ze het gevolg waren van gletsjerijs en met stof beladen winden. Deze bevinding voedde het wetenschappelijke debat over de ijsvorming in de Noord-Duitse laaglanden, lang voordat deze theorie algemene acceptatie vond.
De windstoten zijn te zien op de muren van het vrijstaande “Naumann-Heim-Felsen” op de Kleiner Berg. Tijdens de Vistula-ijstijd tussen 115.000 en 12.000 jaar geleden bereikten de ijsgletsjers in het binnenland die vanuit het noorden oprukten niet langer het gebied van het Porphyrland Geopark. In plaats daarvan breidden uitgestrekte koude steppen zich uit. Wind beladen met fijn zand en stof maakte stenen (windranden) en rotsen glad. De bekendste door de wind ‘bewerkt’ is de Naumann-Heim-rots op de zuidoostelijke helling van de Kleiner Berg. De wind sneed fijne groeven uit in de richting van de wind en plaatste fijne kuiltjes in de rotsen als inslagsporen.
Vanwege deze bijzondere en waardevolle betekenis hebben de ijstijdsporen op de Kleiner Berg de titel “Nationale Geotoop” en zijn ze aangewezen als natuurmonument.
Let op de informatie die gemeenten en eigenaren verstrekken over de toestand en toegankelijkheid van de geotopen.
In de buurt









